Houding/niveau |
Omschrijving |
Voorbeeld
'Overuren maken' |
1.
Dwang
|
Gewelds-niveau
(verbaal).
Superioriteit; 'Jij doet wat ik zeg'.
|
"Jij
gaat dit nu doen.
Overuren is jouw probleem".
|
2.
Chantage |
Welwillend
autoritair.
Maffia-niveau. 'Ik zorg voor jou,
zolang je maar doet wat ik zeg'. |
"Oh
ja, je voorganger maakte altijd
lange dagen. En hij heeft nu een
leuke baan op het hoofdkantoor." |
3.
Competitie |
Winnen
of verliezen. Politiek.
Denken in schaarste
Er kan er maar 1 winnen. |
"Als
je deze overuren voor mij wilt maken,
dan vergeet ik die verkeersbon van laatst." |
4.
Samenwerking |
Communicatie-niveau.
Proberen er samen uit te komen.
De lange termijn relatie waarderen. |
"Ik
begrijp dat vrije tijd voor jouw belangrijk is,
wat zou je ervan zeggen, als je deze overuren
in vrije tijd terug krijgt." |
5.
Loslaten |
Transformatie-niveau.
Jezelf overgeven. Acceptatie.
Let
op: iets anders dan 'opgeven'.
|
"Ik
merk aan je, dat ik iets van je vraag wat
jij niet kunt geven. Laten we kijken of we het
zonder overwerk kunnen oplossen." |